Ommekeer
Vanuit de verte voelde ik de bries.
Gaande weg bleek het gedraaid.
Geen houvast van de frisse wind.
Er is geen haan die daar naar kraait.
Geen ochtendlicht aan de horizon.
Geen wind die opnieuw door waait.
Geen geur van gemalen koffiebonen.
Er is geen haan die daar naar kraait.
In de verte galmt opgewekt gezang.
Voor groei van de zaad die je zaait.
Maar het is geen alt, tenor of sopraan.
Wederom geen haan die daar naar kraait.
Geplaatst in de categorie: maatschappij