Hagel slag
Een zondagsjager ging eens met zijn boot
het water op om ganzen te bejagen.
Zijn vaardigheid was echter niet zo groot
maar als ze ~zaten~ had hij kans van slagen.
Hij roeide door een riet beschutte sloot
waar op de wallekant wat vogels lagen.
~Een makkie~ dacht de jager in zijn boot
~die ganzen nu met hagel vol te jagen~.
Vlug laadde hij zijn ganzenroer met lood
en richtte om een treffend schot wagen;
heel eventjes maar schommelde zijn boot
op het moment suprême van ’t ganzenjagen.
Er werd goddank geen ene gans gedood,
het jagersresultaat was uiterst mager:
het schot ging door de bodem van zijn boot
die zonk, te samen met de zondagsjager.
Geplaatst in de categorie: lightverse