Wei des levens
Als een veulen draaf ik door de wei,
Zowel los van geest als van zonden,
plots zak ik weg in een grond van klei,
Het leven was wat me vasthield,
De klei was mijn zonden vergeten,
De greep was sterk en zwaar,
De zonden die mij trokken hadden zich vastgebeten,
Zo ging het leven aan mij voorbij,
Nu ben ik alleen op het allergrootste land,
Nu kan ik eenzaam dralen door het leven,
Nu ben ik vrij, is er niets meer aan de hand,
Nu is de wereld beneden, en ik, ik niet meer.
Geplaatst in de categorie: overlijden