Als ik naar de klok staar
Vier jaargetijden met vierentwintig uur tellende dagen.
Driehonderdvijfenzestig zitten er in een jaar.
Eindeloos veel mooie momenten waarbij ik denk, kon ik de tijd maar even vertragen.
Want het zijn van die momenten die ik uiteindelijk het meest koester en spaar.
Maar het blijkt zinloos om zelfs maar een beetje tijd te vragen.
Ik besef het keer op keer als ik weer eens doelloos naar de klok staar.
De tijd tikt gewoon door met in iedere minuut standaard zestig slagen.
Wanneer is het streven naar geluk nou toch eens eindelijk klaar?
En hoe lang moet ik deze ongelijke strijd en oneerlijke ellende nog verdragen?
Geplaatst in de categorie: tijd