Een dakloze
Alléén in mijn gedachten kon ik eens gaan wonen
maar nooit vond ik ergens onderdak
Een eigen bed en huis voor mijn gemak
Doch slechts onder struiken mocht ik dromen
Alléén in mijn gedachten kon ik ooit nog wonen
Zolang ik wist dat in de stadse wildernis
in straten, parken en op banken dat onderkomen
is te vinden, deert mij geen hindernis
Het is voor mij nog even dromen
dan reeds is de tijd al aan gekomen
dat voor de nacht mijn kracht verbreekt
en dan tevergeefs om lieve woorden smeekt
Ik tot de Hemel roep om mij nog te bouwen
omdat de aarde mij spoedig bergen moet
En ik mij neerbuig, naar die plek, in vertrouwen
waar de dood mijn graf open doet.
---------------------------------------------------------------
Dit gedicht heeft in uitdrukking enige overeenkomst met een gedicht van Slauerhoff.
Geplaatst in de categorie: afscheid