wind
Altijd weer zingt zij in de kruin
Rechtop krom gevallen of schuin
Tergend fluisterend vals en schril
Doet lover sterven en maant tot pril
Wortels verankerd in noeste grond
Klauwen zij met vergroeide aders
Basten ruw doorstaan rauw getij
Vals belaagd door stormende daders
Zingt daar niet vogellijn in gevallen kroon
Laat zich door winden nimmer ringeloren
Verdrijft het kreunende uit zwiepend kruin
Geeft zij hoog in het bladerdak haar gezang te horen
Inzender: Borst.j, 22 september 2005
Geplaatst in de categorie: natuur