Bij de zoute gong
Dof, inwisselbaar, bedaard, kil, onverkwikkelijk,
vilein, twistziek, gekromd, mistig, grofbesnaard,
sleepte geklauwd, berekenend, boosaardig, listig,
eeuwenlang leven zich voort naast de zoute gong
Ingekeerd, uitgeworpen stoomden ijzer- en brons-
tijd zeer op hun hoede, rauw en somber, ongezouten
wetten in de ruwwandige kookpotten aan de zee...;
dommelend reden voerlui aan op dommelende wegen;
mist, dichte regens, dempten de stemmen, dempten
de harten; moede, laagstaande zon bescheen zwak-
rood, geluidswallen van riet en druppelend lover
Grauw de wielen van de wagens op de bodem van lege
wegen; 'koude kleren draagt 't land', zong 't lied
van de zwepen; bij de zoute gong van de zee
-----------------------------------------
uit: 'Laaglandse hymnen', 1993.
Inzender: ldw, 23 januari 2021
Geplaatst in de categorie: woonoord
Hollandse neerslachtigheid?
Wat bereik je met overtroevende
bijvoegelijke naamwoorden?
Spierballentaal?