inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 3.949):

Een V boven de stad

Naarmate de feestdag die nadert groter is
neemt ze meer tassen mee voor haar boodschappen.
Voordat haar iets kan worden geopenbaard

stapt ze op de fiets en door een zekere welvaart
op haar betaalkaart is het moeilijk om kalm te blijven.
Ze denkt, of kun je dat wat door haar hoofd schiet

geen denken noemen, als het maar niet druk is,
het is ook veel drukker als anders en toch -
wat een gemier, want daar staat de ijstaart. Niet hier.

Hier staat het brood. Verlaten door elke besturing
en geplaagd door geschitter gieren haar ogen
langs de maanzaadbroodjes de worstenbroodjes

de Finse bollen het zonnebrood geen stokbrood? en let
op de versheidsdata vergeet de stol niet maar welke
is de grootste verrassing voor haar huisgenote

die met spijs of die met vruchten en dit is pas het brood,
het onderste van de maaltijd, wat doet ze, blijft ze of
gaat ze, ze blijft en warrelt door de winkel.

Uitgezwiept door de draaideuren fietst ze terug en hoort
ganzen; ze kijkt omhoog naar hun vlucht boven de stad,
waar gaan ze heen, al gaan ze weg

hun kwebbelen maakt haar onverklaarbaar blij,
de koude lucht kolkt door hun keel, daalt
uit het hoge op haar neer - wat een verlokking

tot mooie woorden - terwijl ze langs grasvelden rijdt
die naar het beleid van de gemeente struikloos zijn
opdat er in de struiken niet gebeure.

-------------------------
uit: 'Veerstraat', 2001.

Schrijver: Marijke Hanegraaf
Inzender: hdw, 11 november 2019


Geplaatst in de categorie: feest

2.0 met 131 stemmen aantal keer bekeken 48.165

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)