inloggen

Gedichten over verkeer

gedicht (nr. 11):

Op de halte

Omdat de tram niet komt maar wij nog steeds niets zien, verhevigd.
Dat er om de hoek een pand gekraakt, een buurvrouw zingt,
een oude man een kind dat huppelt aan zijn hand oversteekt,
deze vogel deze mooie brievenbus geraakt heeft – liefde, liefde.
Maar hier brandt de wereld veilig in een krant met vingers.
Ergens zit een lek, verdwijnen mensen, zakt een tegel weg.
Maar iemand steekt een kind omhoog, een paraplu, een periscoop.
Iemand anders breekt in fluisterzinnen los tegen een rug.
Omdat de tram nog eens begint bij de geboorte, dat kan ook.
Boven onze hoofden komt een witte wolk, maar geen herinnering.
Dat de tram door de velden zingt, bloemen bloeit, wonden maakt
maar tranen worden grint dat onder onze schoenen kraakt
om onze huizen aan het einde van de richting.
Een autootje roept water om, dat er geen water meer.
Maar bier genoeg op het terras waar alle mensen kijken.
Loopt de liefste zwaaiend met haar glas maar niet herkend.
Staan wij met 48 schoenen op de halte en een richting.
Wij staan met 48 hakken naar de richting op de halte.

------------------------------
uit: 'Nieuwe veters', 1987.

Schrijver: Robert Anker
Inzender: hl, 4 oktober 2017


Geplaatst in de categorie: verkeer

2.0 met 8 stemmen aantal keer bekeken 1.907

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)