Wens
Wanneer vind ik een fietsenstalling
met een fijngebouwde stallingsknecht
die daar eigenlijk niet past,
mij zegt dat hij dit werk alleen maar doet
omdat zijn vader leverklachten heeft
en zijn moeder rouwt?
Haar andere kind is precies die dag,
mijn halve leven lang geleden,
met slaapzak en een fibertentje achterop
vertrokken voor een weekendje met vrienden.
Hij hangt een kaartje aan mijn stuur,
spreekt met starende blik die op mijn handen rust:
'Ik zie hem nog zwaaien, ja zo.'
Het mag ook een seinwachtershuisje zijn
of het bagagedepot van een treinstation
in een middelgrote stad waarvan de naam
met een s begint en waar ik verder geen familie heb.
Maar het liefst een fietsenstalling,
met stoffige ramen.
-----------------------------------------------------
uit 'Het wasgoed van een onbekende jongen', 1999,
het debuut van Willem de Geus (1960),
uitgegeven door Stichting Perdu te Amsterdam.
Inzender: M-JG, 14 september 2003
Geplaatst in de categorie: emoties