doodtij
die dag was het doodtij
hij gleed gestaag voorbij
de uren vielen als los zand
op de ongelezen ochtendkrant
binnen oog- en oorbereik
hing de deurbel stil voor lijk
de telefoon hield zich ook al dood
waarmee hij een saaie aanblik bood
uit de radio kabbelden geluiden
die op niets bijzonders duidden
slechts wat slome variété
verder niets zinnigs op de teevee
verveeld hing als een dooie mus
in de deur de brievenbus
het daglicht kreeg de schemerlucht
buiten maar niet op de vlucht
het was niet droog, het was niet nat
zo'n vreselijk duffe dag was dat
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid