RECHTVAARDIG
Ze was niet mooi, veel te zwaar
dat tienermeisje van al zeker elf
Met puistjes en halsstarrig haar
lelijk, dat vond zij nochtans zelf
Ze was niet rank en veel te saai
met benen die er lomp uitzagen
’t Was knokken met de bierkaai
zonder ‘t perspectief op slagen
Ze was niet leuk, met die ogen
waar immer traan achter stond
Haar leven, zuiver onvermogen
huilde tot aan de morgenstond
Ze was niet gracieus en zo dom
dat meisje met haar dikke kont
Van de lelijkheid een optelsom
zij was wel de enige die ’t vond
Ze was zo mooi, dat zag ze niet
veel te kritisch, uit onzekerheid
Haar ogen huilden van verdriet
toch kwam er rechtvaardigheid
Ze werd ontdekt door haar lief
die 't eerst haar schoonheid zag
Hij zag: Zij is waarlijk exclusief
en hij was verliefd op toverslag
Ze was heel mooi, niet te zwaar
‘t tienermeisje na een jaar of elf
Zonder puist en schitterend haar
en zalig, dat vond haar man zelf
Zie ook: http://www.ansentonrijkers.nl/
Schrijver: Ton Rijkers, 14 december 2010
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid