Vogels zonder vleugels
Er zat een meisje bij een boom
Ze zei: Ik had vannacht een droom
Een open veld, een lange man
Die prekend uit een boek daar stond
Na elk woord dat hij had verteld
Boog elk wezen van dat veld
Vogels zonder vleugels
Mensen zonder mond
Niemand durfde de bossen
Die schaduw, die vertwijfeling
Ze dachten: Elk nieuw begin
Is veel kouder dan de open grond
Dus bogen bomen voor die man
Hij zou het dus wel weten dan, dachten
Vogels zonder vleugels
Mensen zonder mond
Het meisje zei dat zij ook wist
Waarom een vogel vleugels mist
Ze droomde in haar droom vannacht
Dat zij er twee weer vleugels gaf
De eerste vloog, maar was zo bang
Ze vloog niet hoger dan die man
Dus greep de man haar uit de lucht
Sneed haar vleugels af
En de tweede dacht dat zij wel kon
Vliegen nog voorbij de zon
Haar vleugels smolten, en ze stortte neer
Op de open grond
Dus boog de hemel voor die vent
Toen vrijheid leek op onbegrensd, of angstig was
Als Vogels zonder vleugels
Of als mensen zonder mond
Oh, buigt de hemel voor die man
Hij brengt ons echt geen vrijheid want
Hij snijdt alleen de vleugels af bij vogels
Hij schept mensen zonder mond
Het meisje vroeg: Wat betekende de die droom?
Ik zei: Ach, weet ik veel, maar blijf nog maar even zitten bij die boom
Geplaatst in de categorie: vrijheid