inloggen
voeg je hartenkreet toe

Hartenkreten

hartenkreet (nr. 36.215):

In het gevang.

Geen vergeving kon hij vinden voor hem zelf.
Zij was buiten de drang en de dwang en niet achter de stang.

Niet achter zijn stangen.
Hij zocht haar maar kon haar niet meer vinden.

Achter stang in de vergetelheid.
Zonder gezicht en zonder naam meer in de wereld.
Alleen voelde hij zich beklemd achter stangen.

Hij kwam niet meer achter stang.
Het lukte niet en het mocht niet.
Zijn vrouw had inmiddels een ander.
Dat leven kon hij niet zien.
Onmogelijk zien.
Dat leven mocht hij niet zien.
Daarvoor zat hij in het gevang.


En achter de tralies zag hij na jaren zijn vrouw.
Jong en met hun kinderen aan haar hand.

Zijn vrouw regelde met de timmermannen zijn spoedige dood.
En regelde de wijze van begraven.
Zonder teken en zonder naam.
In een onbekend gat bedolven onder zand.

Geen herinneringen meer aan.
En zonder treurmars.
Zonder lied en slechts een sober gebed.
En als hij achter de stangen weg mag dan moet hij overleden zijn.

En toen keerde zij zich naar hem.
Zij zocht behoedzaam nog eenmaal zijn levende gezicht op.
Hij was al ernstig ziek en blind.
En wormen lagen er in zijn haren.
Zij voelde met haar beide handen zijn gezicht.

Zijn gezicht door urine van ratten overgoten.
Haar handen ruikend naar lavendel.
Zijn handen bedorven door overspel en mismaakt inmiddels geworden hield zij tegen.
Zijn mismaakte voeten met teennagels van jaren deden hem pijn.

Een non in het zwart knipte zijn teennagels maar liet zijn voeten in de ketenen. Hij voelde in zich schaamte, schande, schuld, schuldbult, zweer, overal zweren, overal verlatenheid van veel gewone vrouwen.

Hij voelde afhankelijkheid aan haar, zijn vroegere echtgenote,
maar nu kwam zij met een vonnis over hem.
Maar dat vonnis behaagde hem mits ze hem en namens de vrouwen in het dorp vergaf.
Dat deden ze terwijl ze ook in haar naam en de hunne de bijl kuste en met haar armen de beul omhelsde en hem beloonde.

Want ze hadden hem liefgehad, maar hij liefkoosde hen niet.
En daarom voelde hij zweer, schuldbult, gepokt door zweren, etter, overgoten door bulten, en de vrouwen die hij wel liefhad en nu en in de toekomst alswel zijn spijt tegen al die vrouwen die hij misbruikte gaf hem aanvaarding en zelfs in zijn zieke en gevangenenbestaan troost en kracht.
En nu kwam zijn vroegere vrouw met het oordeel.

Zijn vroegere vrouw kuste nog eenmaal zijn mond.
Daarna opende ze de celdeur met de gevangenisbewaarder.
En kuste ze de bijl van de beul.
De beul sloeg in één beweging zijn hoofd van zijn romp.

Zij legde zijn lichaam met hoofd in de kist.
En arme mannen droegen de kist tot ver in het bos.
Tussen de beren en de wolven groeven ze een gat.
En daar begroeven ze de kist met een sober gebed.

Niemand in het dorp wilde hem nog heugen.
Hij eens een man getooid in goud en zo mooi als zeven snuisterijen.
Hij eindigde in gewormte in het gevang.
Zijn gezicht bedolven onder schuldbulten.
Berouwzweren.
Hij ondergepist door de ratten.
Vol rattenzweren.
Zijn stem en taal verdwenen.

Onder tranen zijn ziel schoongewassen tot en met zijn laatste tranenwassing tot over zijn voeten toen zijn hoofd eraf gehakt werd.
De vrouwen die hij misbruikt had voelden zich getroost bij zijn straf.

Sommige vrouwen begrepen dat hij medelijden met hen had.
En heel sommige vrouwen hadden gewoon medelijden met hem.

Schrijver: cornil, 19 februari 2012


Geplaatst in de categorie: spijt

2.0 met 3 stemmen aantal keer bekeken 776

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)