De zwerver
Hij zat alleen.
Hij had niemand om zich heen.
Hij had geen huis.
De straat was zijn thuis.
Zijn kleren waren kapot.
Zijn haren onder het snot.
Mensen kijken naar hem.
Ze roddelen op een fluisterstem.
Iedere nacht rollen de tranen over zijn wangen.
En vraagt zich af waarom zitten ze hem te stangen
Geplaatst in de categorie: pesten