Blikken
Ik loop over straat.
Mensen kijken me aan.
Iedereen blijft maar kijken.
Ze kijken me angstig aan of met moordblikken.
Ik word bang.
Ik kijk een beetje angstig.
Het lijkt of m'n huis nog kilometers ver is.
Er zijn honderden mensen die me blijven aankijken.
Ik zet m'n muts op.
Ik loop snel door zodat ik niet veel blikken hoef op te vangen.
Ik loop zo snel mogelijk door.
Ik let niet meer op de weg.
Ik probeer niet te kijken naar de mensen.
Het lukt niet, de mensen trekken m'n gezicht naar hun toe.
Ik loop nog harder.
Hoe dichter ik bij huis kom des te onzekerder en angstiger word ik.
Ik knal opeens tegen iemand aan.
Ik kijk hem aan hij is mooi bruin.
Krulletjes in het haar kort maar mooi.
Mooie sprekende bruine ogen.
Hij vraagt wat er is.
Ik ben bang voor al die mensen die me aan kijken, zeg ik.
Hij zegt: schat je hoeft niet bang te zijn
ik loop verder met je mee naar je huis.
Dankjewel zeg ik en m'n gevoel van angst is weg.
Geplaatst in de categorie: individu