Op Père-Lachaise
Het ligt er bezaaid met de meest indrukwekkende
artiesten uit vervlogen dagen, je komt ogen tekort,
je moet wel aan de drank gaan om al die indrukken
te verwerken. Of stiekem een stickie achter de zerk
van Honoré de Balzac, met een bekertje koffie, omdat
hij zichzelf daaraan heeft dood gedronken.
Achter de zuil van Guillaume Apollinaire kun je mooi
Cupido-pijlen afschieten op slenterende wandelaars
met bedrukte gezichten. Ze in vuur en vlam zetten
achter het graf van Gérard de Nerval. Zou hij prima
vinden, deze grootmeester. Bij het graf van Amedeo
Modigliani laat ik mijn schoenen achter, ik weet ook
niet precies waarom.
Bij het graf van Jim Morrison staat een bewaker, die
te overdreven gedrag in de kiem smoort. Ik sjok verder
en eindelijk bereik ik mijn grootste doel, het graf
van Oscar Wilde, versierd door een waardig monument
in de vorm van een sfinx. Het is het enige siergraf,
wat ik omarm en dierbaar kus. Het is duidelijk wie
ik als grootste kunstenaar daar adoreer. Zelfs bij
de grafzerk van Marcel Proust zwaai ik magertjes.
Even denk ik Oscar met veel gedreun uit het grote
grafmonument te zien snellen om mij terug te kussen.
Geplaatst in de categorie: liefde