Waar het stil wordt
De koude tegels spreken geen troost,
de afzuiging zoemt als een gedachte die niet wil zwijgen.
Een grijze wasmand staat als een stille wachter.
Dit is geen thuis.
Tot het water stijgt.
Tot ik me laat zakken,
in schuim dat mijn lippen raakt.
Een zucht.
Lang, diep,
alsof mijn rug het eerst ademhaalt.
Mijn ogen sluiten zich
voor alles wat buiten blijft.
En daar, in die warme stilte,
vind ik mezelf.
Ik ben thuis,
niet in de kamer,
maar in het loslaten.
Geplaatst in de categorie: lichaam