Pinksteren-maandag
De maan
ze weegt zo zwaar
de duif vergiftigd
het leven laat.
De opwelling
het verlangen
machteloos kijken
't leven zien,
wegkwijnen.
Onvolmaaktheid,
vleugels slaan op
teneergeslagen, waar is God?
de witte geschelpte
duif, geestesverwant,
watersnood,
mijn nalatig zijn,
wilde leven
is nu echter dood.
Het vuur van Pinksteren
in nood,
geloof, hoop, liefde,
overboord.
Volle maan waar is uw gloed
hittedagen brandend vuur,
de tongval wil verlichten,
't leven
niet 't afsterven,
genezen zonder leed,
mijn oogappel is niet meer.
Mensdom en dierenrijk,
gezangen verstommen.
's Lands vruchten bespoten
vele dieren gaan verloren,
dierenrechten onbesproken.
De sterrenhemel kan getuigen,
het eeuwig leven
de mensheid exclusief
dit voor zichzelf in schrijven,
andere levens uitsluiten,
ho vaardig blijven
zonder méér.
Geplaatst in de categorie: religie