De angst
De angst kneep zijn keel dicht,
Hoe harder die kneep
Des te grote zijn angst,
Zonder hij wist 't hoe of 't wat.
Gelukkig, nou ja, viel hij flauw,
En toen hij bijkwam,
Was zijn angst er niet meer,
Zonder hij wist van d’hoed en d’rand.
De vraag die nu aan hem knaagde,
Wat is toch aan de hand,
Daar kan hij niet bij met z’n verstand,
Vreest nog hem eer belaagde.
Die angst voor ’t onbekende,
Kan hem elk moment weer belagen,
D’angst die hem daardoor overvalt,
Knijpt z’n keel keer op keer dicht.
Geplaatst in de categorie: emoties

Geef je reactie op deze inzending: