Zomaar wat liefs,
Gedachtenloos verdronken.
in de wijn van je ogen,
Draag ik je als zevenganzedonzen.
Gewichtsloos in mijn hoofd.
Soms zweef je op de adem van m'n lied.
De wind voert je mee.
Maar een kind,
Een rieten fluit en een zonnestraal,
Of wat bladgefluister.
Brengt jou weer terug,
Pasklaar in mijn glimlach.
Maar vaker nog verblindend zacht,
Als een wimper op mijn wang.
Zo waardeer ik mijn verwardheid,
In het haast vervreemde gevoel.
Van zachtheid in retour.
Geplaatst in de categorie: overig