Engel
Op een dag ontmoette ik een Engel hier in de vallei,
ik werd verliefd op haar, en zij ook op mij.
Ze fluisterde tegen me met een glimlich,
ze opende mijn ogen, het waren wonderen die ik zag.
Alle schoonheden van het leven en nog veel meer,
ik stond versteld, keer op keer op keer.
Ze vouwde me in haar vleugels van liefde zo puur,
ze smolt mijn ijs en brak mijn muur.
Ik wou bij haar blijven, tot in de eeuwigheid,
en samen zouden we dan gelukkig zijn, voor altijd.
Tot die ene dag dat de lucht zo grijs was,
zilveren tranen vielen van haar ogen in het gras.
Ze zei "Ik moet je verlaten, onze paden gaan uit elkaar."
en de tijd bleef staan, (ik hield zielsveel van haar).
Ze moest gaan bij het eerste licht, over de horizonlijn,
dus deze nacht zou onze laatste samen zijn.
En ik verloor het kind in mij,
achtergebleven met herinneringen in de vallei.
Mijn Engel was weg toen ik ontwaakte in het licht,
en alles wat er over is, is dit gedicht.
Geplaatst in de categorie: liefde