Zo koud
Ik dwaal gebroken
langs verdorde bloemen,
zoekend naar een heldere ster.
Droefheid verbergt mijn tranen,
de dag wordt oud,
mijn stem reikt niet meer zo ver.
Ik sluit de knarsende poort,
graven brengen mijn leven
naar een eeuwige dood.
Op de avond van mijn leven
doven kaarsen in oude kandelaars
op grijze, marmeren stenen.
De nacht verschuilt haar duisternis,
de dag blijft verborgen in nevels
van droefenis.
Druppels van de dauw
hullen zich in zwarte stiltes.
Ik heb het zo koud.
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid