Schuilen in het donkere uur
Iedereen verdwijnt als uitgaande kaarsen,
het kleiner worden van de eigenwaarde.
Doet me zwoegen en verbazen, toen ik
me nog in liefde waande.
Nu het schuilhouden van de 'ik' in stilte,
dromen over verre lichten,
in weemoed en alle prilte, schijnend
op die prachtige gezichten.
In die donkere hoek waarin ik zit,
gedachten waarin ik bid;
de eenzaamheid nu eindelijk verlaten
en de liefde weer eens toe te laten.
Een blijvend zweverig idee,
zoekt zijn pad in het donkere uur.
De tranen die weer drogen,
gedachten die ik smoor en dan verzuur.
Zoek m'n pad vanuit het duister,
tastend naar het licht.
De engel die fluistert met
haar prachtige gezicht.
Het donkere uur waant zich weg.
Licht komt langzaam tevoorschijn,
als ik mijn hand op haar schouder leg
en de engel langzaam verdwijnt.
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid