Karma
De Boeddha zit op een hoefblad
Hij draagt een juweel
Een licht gesplitst in drie sprankels
Een meervoudig kasteel:
Zijn les en vlottend lijf en zij
Die in een spoor van lotussen lopen
Voorbij de stapstenen vol mos
Hij verheft de geest tot een gasbel
Die opwelt uit het moeras van de schemerlach
Waar makkers naar medeleven streven
Zoiets schamel en rijk als een schouderklop
Zoals hij in het nu staart naar het niets
Is hij schijnbaar op zijn aller-aller-doodst
De navel is het brandpunt
Deze roerloze stunt
Door geen mimespeler ooit nagebootst
Geplaatst in de categorie: religie