506 resultaten.
ÉÉN WEZEN
poëzie
4.0 met 19 stemmen
2.881 Ik wist wel, dat éénmaal mijn leven,
Dat naast Uw leven zich ontspon,
Zich tot één leven saam zou weven,
Dat niemand ooit weer scheiden kon.
Maar dat het zo volmaakt zou wezen
Ineengevloeid als thans geschiedt,
Twee wezens in één zelfde Wezen,
Dát droomde ik wel, maar wist ik niet....…
Rondeel
gedicht
3.0 met 49 stemmen
19.428 Laten wij borg staan voor elkanders leven,
jij mensenkind hebt deel aan mijn bestaan,
waar jij verworpen bent, neem ik je aan,
ben jij de vraag, ik zal het antwoord geven,
daar waar ik viel, heb jij mij opgeheven
en waar ik wankelde, daar bleef jij staan;
laten wij borg staan voor elkanders leven.
Naar elkaar toe, dan van elkaar vandaan,
zo…
Liefste,
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
202 zeg niet altijd ons en wij,
soms is het ik
en soms van mij…
Thuiskomst
gedicht
2.0 met 68 stemmen
22.722 Ik droomde dat ik van je
droomde: we zaten op de bank en
praatten wat, je droeg de trui die ik
die dag gedragen had, je haar was
nat van alle regen. Je lijf solide
warm had weer de frisheid van
wanneer je in de grienden was geweest
en je vertelde feestelijk gewoon
dat het daarginds toch anders
bleek, hoe diep de wortels
reiken van de eik…
Je weigert de strijd
gedicht
3.0 met 41 stemmen
16.619 Je weigert de strijd waar ik meester in ben:
in holle wegen, in struikgewas
besluipen, bespringen, met onbesliste uitslag.
Op open terrein daag je me uit,
overwint gemakkelijk en rust naast me uit
in vol vertrouwen.
-------------------------------
Uit: 'De harde kern', 1994.…
Op 't land
poëzie
3.0 met 16 stemmen
2.291 Lieve, zie dat lindelover
Klimmen om mijn klemen huis.
’t Spreidt er koelte en geuren over,
Verre van het stadsgebruis.
Enkel schalt daar ’t vogelliedje,
Enkel suizelt daar het rietje,
Enkel ruizelt daar het vlietje
Sluimring op het mos, u toe.
Enkel klinkt er ’t herdersrietje,
Of ’t geloei der gladde koe.
O, daar wilde ik met u leven,
Met…
DE BOERENDOCHTER
poëzie
4.0 met 5 stemmen
1.469 Zie, hoe zij met haar rokken zwaait,
De brede handen staan naar grijpen.
Reeds voor zij duidelijk gaat rijpen,
Weet zij waarom de wereld draait.
En daarom is zij zo onhandig
Met haar gebaren; en haar woord,
Ofschoon haar frisse mond bekoort,
Maakt knapen roekeloos losbandig.
Maar voor haar blik wordt ieder stil.
Plotseling is ze, uit steen…
Hoogtevrees
gedicht
3.0 met 42 stemmen
17.097 Ze ligt met een landschap van een man
in bed. Hij is enorm en zij
heeft nooit voor bergbeklimmer gestudeerd.
Verkleind tot een verliefde kleuter
klautert ze rond: tong in zijn oor,
spitse vingers in zijn maag, verder omlaag -
ze hoort niets. Een landschap praat niet.
Hooguit gromt het zachtjes, liggend
op de rug, zichzelf, waardig.
-…
Grote verwachtingen
netgedicht
Er is nog niet op deze inzending gestemd.
155 Het begon zo goed -
een zekere herkenning
van pijn en de belofte
van een helpende hand
een Happy Ending
van volwassenheid
en we gaven elkaar wat
ons thuis vroeger
had moeten zijn
Maar het bleef niet privé
niet alleen van ons twee
ook onze liefde
werd een burgerlijke staat
die alles concreet maakt
meer dan een daad, liefdesdaad…
jij
netgedicht
2.0 met 2 stemmen
90 ik zie je lopen
door het groen
een duif zweeft
door het licht
in een nieuwe
taal leer ik
spreken in mijn
ogen woont het
niet vergeten ik
zie je rusten in
het raamkozijn…
Gij zijt de goede vrouw
poëzie
3.0 met 7 stemmen
1.912 Gij zijt de goede vrouw ten drempel mijner dood, -
Gij die me uw ogen als een zomer-nacht ontsloot
Vol wondre lichten en vol rust'ge duisterheden;
Gij die me uw leden als de rijkste herfsten bracht,
En, schoner dan een schemering, de zéekre kracht
Van vredig leven en zich goed bemind te weten.
Want gij, die weet hoe iedre vreugde tanen moet…
Tegendraads
gedicht
3.0 met 94 stemmen
14.396 Slapend schik ik mij naar het lichaam van mijn inmiddels geliefde.
Haar kin tussen mijn schouderbladen.
Overdag blijf ik tegendraads.
Kerf ik mijn voorhoofd tot wijdvertakte webben als zij iets vraagt.
Wellen mijn woorden op in haar ooghoeken.
Schuif ik de nacht van mij af als een slecht boek.
Ik scheid wat van de wijn is en wat van mij
schenk…
Wanneer de Vorst des lichts slaat aan de gulden tómen
poëzie
4.0 met 40 stemmen
11.217 Wanneer de Vorst des lichts slaat aan de gulden tómen
Zijn hand, en beurt omhoog aanzienlijk uiter zee
Zijn uitgespreide pruik van levend goud, waarme
Hij nare angstvalligheid, en vaa, en creple drómen
Van 's mensen lichaam strijkt, en berg, en bos, en bómen
En steden volkrijk, en velden met het vee
In duisternis verdwaald, ons levert op haar…
Afscheid
gedicht
3.0 met 50 stemmen
13.217 Alledaagser kan een afscheid niet. Rafelig van woorden,
wensen, handen. Er was een kind dat ik moest zien.
Je hield het tegen het licht. Het greep ernaar.
Ik boog me diep. Zoiets duldt slechts de poëzie
van kaarten, het staccato van huwelijk en geboorte.
Je lag op afstand daar en eiste dat klaar
gebruik van woorden, lof op alles wat nu deugt…
Ik zal u niet beminnen
poëzie
4.0 met 11 stemmen
3.912 Ik zal u niet beminnen,
Gij, die in vreê gewaad
Voorbij mijn torve zinnen
Langs-heen mijn leven gaat.
Ik zie uw rústige ogen,
En 'k weet hoe goéd ge zijt:
úw tederheid, gebogen
Over mijn eenzaamheid.
En 'k heb u niets verborgen
Van blijheid, drift en leed,
En hoe uw plegend zorgen
Me in stilte wenen deed.
Maar - 'k zal u niet beminnen…
Gezocht
gedicht
3.0 met 28 stemmen
11.781 Man met grote handen en dito boekenkasten,
bij voorkeur met uitzicht op zee.
Veel gerookt mag er worden en films gekeken
waarvan ik het einde al weet.
Beloftes voor later het liefst onoprecht zodat
wat hij vertelt steeds weer uit kan gelegd
als een broek die te kort is,
een man die daar altijd in past,
die van mij leert te houden maar…
In fases gestremd II
gedicht
2.0 met 12 stemmen
7.516 de dingen zijn niet beter nu ik je ken
een plek om te schuilen wordt koud
er wordt wat halfnaakt geglimlacht
steeds onduidelijker steek je armen uit
heel vaak wil ik je niet sluiten
toen stortte in viel het glas om toen het leeg was
zuur vreet verder dan de motten vreten
gaten wat niet is zal hechten niet
(room stremt zuur van citroen…
MEER DAN WIJSHEID
poëzie
3.0 met 10 stemmen
2.300 Naar wijsheid zocht ik rusteloos
En in mijns denkens rijke zalen
Weerblonk ze uit fonkelende schalen,
Zwaar van juwelen, vast of broos.
Maar zo ik ’t schoonst gesteente koos
Er nieuwe schat mee te betalen:
‘k Zag ’t in mijn hand tot doffe kralen
Verschromplen, armlijk, glanzenloos.
Schoon lief, steeds leger wordt mijn hart,
‘k Zie, nutloos…
WEEMOED.
poëzie
3.0 met 27 stemmen
2.548 Nooit zult gij weder dezelfde wijn drinken
Als hedenavond. Nooit breekt gij meer open
Dezelfde vruchten. Al uw liefde en hopen
Verzinken.…
De boom die tussenbeide kwam
gedicht
3.0 met 29 stemmen
16.951 Een man kwam met een zaag te leven.
Spraakzaam was de zaag niet
en ook kon de man het niet opbrengen
de zaag te omarmen.
Toch was er tussen hen
het zachte zingen van de gordijnen
een wolk die aan het raam voorbijtrekt
en een vogel op de vensterbank,
door beide waargenomen.
Onverminderd
het geringe dat van dag tot dag voldoende was.
Alleen…
Gekozen
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
222 ik kies ons
elke dag opnieuw
zolang het kan
want als je niet
meer kiezen kunt
en houden van
dan verlies je
dagen van geweest
en is niks meer tastbaar
jij kiest ons
elke dag opnieuw
we kiezen elkaar
door dagen van geweest
voor morgen en daarna
en bovenal het meest
voor liefde…
Zon boven nevel
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
76 Als nevel over een beek
vloeit verlies door mijn leven,
met alle winden mee,
ongrijpbaar, maar wel zichtbaar
(maar jij niet, mijn broeder).
Als de dag warm wordt,
lost het verlies op, zo lijkt het,
maar het is altijd aanwezig als
waterdamp in permanente
vrije val – regen
is nooit ver weg,
maakt
dat de dag afkoelt, wordt verklamd
tot…
Jij bent schatrijk geboren
gedicht
2.0 met 55 stemmen
14.782 Jij en ik, dat is twee
Plus dit. Dat is drie. Dat is vragen
Om ruzie, men komt er niet uit.
Wij zitten perplex in elkaar.
Wij maken hetzelfde misbaar.
Jij en ik dat is een.
Jij bent schatrijk geboren
En kocht mij met gemak.
Dat zet ik je betaald
Op deze rekening.
Ik ben geen slapend geld
Vandaag, ik handel in ons.
Ik werk mij in het…
Verboden vraag
netgedicht
1.0 met 19 stemmen
586 stel hem dan niet
die ene vraag
als je het antwoord
toch al weet
wel doen?
‘is er wat?’
‘nee, niets’
elk zinloos ritueel
in je relatie
is er één teveel…
Morgenwandeling
poëzie
3.0 met 7 stemmen
2.361 Verlaten wij het slapeloze bed,
waartoe nog langer liggen waken?
van woorden is geen droom te maken,
die van het loden leven ons ontzet.
Sla om het vale afgedragen kleed,
bedek het bloot slechts van de voeten;
wij gaan en komen zonder groeten,
wij gaan naar ‘t bos, dat van geen wanhoop weet.
De berken in het bleke nevellicht
gelijken…
Vervloeien
netgedicht
5.0 met 3 stemmen
173 Soms wou ik dat ik vloeibaar was
als de gin en de wodka
thans florerend in mijn glas.
Wat zou ik vloeien naar het grondwater van je oude huis
waar jij al aan mijn boetekleed weeft.
De katten op onze bedden kijken ons verstoord aan,
ze slapen noch ze spinnen nu de liefde,
krakend en vermolmd als de trap naar de zolder,
geruild werd voor…
Twist met Grete
poëzie
3.0 met 16 stemmen
3.038 Hoe zo’n twist ontstaat weet niemand.
Zij weet het niet, Marguerite,
En ik ook, ik weet het niet.
Plots voel je zijn bestaan en zonder weerstand
Word je meegevoerd. Om welke reden
Zo’n twist ontstaat, kan niemand weten.
Enkel is hij daar,
Tussen mij en haar,
Als ’n metselaar,
Die plots een muur begint te bouwen
In een tuin, waar elke kleur…
Zal ik nog een eindje met je meelopen?
gedicht
2.0 met 75 stemmen
22.852 Ja hoor. Je mag meelopen tot het stoplicht,
of tot de eerstvolgende tunnel.
Tot de derde straat rechts,
tot de ingang van het park.
Tot bij het ziekenhuis, tot voorbij
het ziekenhuis, tot aan mijn huisdeur.
Je mag meelopen tot in mijn kamer,
tot het glaasje van het een of ander,
tot ik mijn tanden heb gepoetst
of tot het eerste ochtendlicht…
30 Juli, 5 en 20 augustus
netgedicht
3.0 met 4 stemmen
113 Niet het verstand
Herinnering is de band
Ik verzakte naar diepere lagen
Jij woelde naar luchtige hoogtes
Samen op reis
Wat een afstand…
Er slaapt een man in huis
gedicht
3.0 met 24 stemmen
10.913 Er slaapt een man in huis. Soms noem ik hem de mijne.
Hij neemt fauteuil en ether in, hij snijdt mijn adem af.
Dan sluip ik nors de kamer uit, ze werd teveel de zijne.
Te veel zijn lucht, zijn bloed, zijn brood dat ik wel eten moet.
De hand die ik dan bijt en die me steeds weer voedt.
En dat ik zwaarder werd van heupen met de jaren.
Dat is het…