Tussen de rivieren
Ik lig in het gras tussen de Waal
en de Maas. Een dag die er wezen mag.
Zon, zo oud als Methusalem.
Een merel versleept mijn schoen,
de veter speelt voor worm. Ach,
de Waal, de Maas, de Vltava. Terug
naar de bron op dobberende dromen.
Een vis in het water. Witte wijven
schudden ongegeneerd 't eenzaam dons
leeg en ik scheer weer in een kurken
vestje door de woeste Sint-Jansstromen.
Rivier in meervoud, betrapt, ontsnapt.
De eeuwige voorbijganger, net als ik.
Net als vuurvliegjes op het fijne
verhemelte van de vervalende zomer.
Wolken daarginds aan de overkant:
bokshandschoen, olifant, kop van Jut,
hemd met kant.
-------------------------------------
Uit: 'Tussen de rivieren', 1999.
Inzender: mw, 15 september 2006
Geplaatst in de categorie: individu