Rozenmond ligt languit in haar bad
en wil er niet uit. Zij rekt zich uit
en maakt met haar handen van die
schokkende bewegingkjes boven haar hoofd.
De wind is intussen gaan liggen.
Het riet beweegt niet meer en op
de plavuizen vloer is ook
mijn schaduw vervluchtigd.
Rozenmond in haar denken is leeg.
Gedachtenloos strijkt zij de kleine
luchtbelletjes uit haar schaamhaar,
van haar dijen. Rozenmond ligt
in bad, wil niet uit bad, komt ook
niet uit bad. Zij draait de mengkranen
open, duwt het hefboompje omhoog
en laat het nog uren en uren
regenen op haar schouders,
op haar zo mooie hoofd.
--------------------------------
uit: 'Het ontbrokene', 1990.
Inzender: mjp, 13 oktober 2007
Geplaatst in de categorie: lichaam