inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 4.021):

Pendule

Alomtegenwoordig vol minachting hamerde
ze bescheidenheid in onze hoofden. Nu en dan
nam grootmoeder een stoel, klom er op, opende
het patrijspoortje en zette de wijzers naar haar hand.
Lichtjes duizelig gleed ze terug naar beneden
alsof haar vingers daarboven in het kraaiennest
iets onwerkelijk hadden beroerd.

Onder het slaan verstomden de gesprekken: dan
keken de vrouwen naar hun nagels of hun borsten
en dronken de vaders van hun bier.
Tante Bea was het meestal, die als eerste rechtstond,
ik ben weg mompelde, haar mantel van de kapstok
haakte en iedereen een hand gaf, altijd beginnend
met de vrouw die haar had gebaard.

Vanaf het donkere erf stroomden de vrieskou
en het rieken van de beek. Intussen wees
de bladgouden pijl verwijtend naar de man
die voor ons stierf en altijd in mijn richting keek.

----------------------------
uit: 'Bunker Hill', 2002.

Schrijver: Philip Hoorne
Inzender: jedv, 8 november 2020


Geplaatst in de categorie: familie

3.0 met 15 stemmen aantal keer bekeken 22.172

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)