Waar geen haven is
Dichter, kunstkind, wat zul je nog dichten.
In eeuwigheid, dat gesloten systeem, drijf je
voorbij. Maar zoek je 's avonds het lek, is er
niemand daarbuiten, kieuw noch bek. Enkel gordijnen
waarachter de buren het nieuws of de nachtfilm
bekijken. Je lyrisch betoog kan bewegen als
een pont aan de steiger, je kapseist hooguit
in het zich van een horizon, een verre vriend.
Op de rede, op straat blijft het stil, al die tijd.
Je denkt dat ze dichters en kinderen eerst
zullen horen, maar hun gordijnen hangen in slik.
--------------------------------------------
uit: 'Op de hoogte van Icarus', 1993.
Inzender: rg, 12 december 2018
Geplaatst in de categorie: literatuur