Zeetaal
alle grootlijfworden
van de zeetaal
die geen bijgebaren doen,
zijn als stenen, die uit het water komen,
als eilandruggen
mompelen zij weerbaar
mannelijke taal.
zie mijn traaggeboren zinnen:
drooggevallen wadden
druipend van de branding.
al mijn hoofdzaakwoorden
zijn rompachtige dingen,
ze liggen roerloos
donkerruggig
in het helder water
van de spreektaal.
ding-sprekend zeetaal
kijk ik je aan;
als steen
en romp
en eilandrug
kom ik spraakloos
boven water.
----------------------------------------------
uit: 'Onder een leeggewaaide boom', 1982.
Inzender: mjvdb, 17 april 2020
Geplaatst in de categorie: taal