Abondantie
ik was verward, de wijzers van de klok
vertraagden, waren niet vooruit te branden
ze stonden stil en ik stond voor het blok
toen niemand acht sloeg op mijn offerande
ik wilde vuur ontsteken met mijn stok
geen vonk sloeg over, elke poging strandde
tot onverwachts het rookgordijn optrok
en ik, uit as herrezen, me vermande
je overbrugde afstand, nam de gok
en alles was in overvloed voor handen
mijn dorst heb je gelest, je gaf je mok
ik zette in je zachte vlees mijn tanden
mijn honger was gestild, jij was mijn kok
de resten vulden met gemak twaalf manden
------------------------
uit: Coenraedt, 2009
Inzender: FfvK, 14 mei 2011