Götterdämmerung
dit is een offer aan de god gijs
die zich verstopte in de centrale verwarming in de keuken
rondslingert over de kranen bij het bad
wij zijn overtuigd van unalienable rights
van goden zich her en der door dreven te bewegen
zich te nestelen in de kasten
of zich te vermenigvuldigen in de engte achter de haard
en daarom
brengen wij eerbiedig lof aan de god gijs
die zijn buik met amandelkoekjespudding heeft
gevuld
en daarom brengen wij dan ook
het hoofd gebogen naar hollywood of hilversum aan de naam
van grootvorst govert
eerbiedig een langdurig geurig wierookoffer
en prevelen devoot gebeden tot
die in slagerijen en kiosken
arrogant zich voortbewegend leeft
grijnzend vliedt en waait langs lange lanen van sensatie
zijn bolle buik gepropt met goudgeld en papieren
en lachend langs de houten ledikanten zweeft
laten wij nu daarom huiverend
lof bewijzen lies het gulden godenkind
dat zich met haar honingblonde haren
een plaats verworven in de fraai gebonden bladen
van dag en wekebladen heeft
de gulle godin die woont
in de warme plekken van ons beschaving minnend hart
wij loven hen
en prijzen en
wij geven ons gewonnen aan de juistheid van het feit
dat goden als lauwe kwallen
het recht hebben te rusten op het strand
het onmiskenbaar recht bezitten
bezit te nemen van het leven
en nemen onze deuke hoeden af en buigen links
en rechts vanzelf
en behouden slechts voor ons
het onbenullige verwaarloosbaar kleine rechtje
te spuwen in het rond
... Verzamelde gedichten (1988) ...
Schrijver: P.H.H. HawinkelsInzender: JM, 9 maart 2024
Geplaatst in de categorie: religie