Getijde IV*)
Ik heb het allemaal zelf bedacht:
de dansen, het water,
de auto, het ijs.
Alleen jou, jou heb ik niet bedacht.
Jij was uit de doorzichtige tijd gekomen
misschien zoals ik, misschien anders.
Jij had een miljoen jaar wereld
als een eierschaal achtergelaten
en daar sta je
boven op het bestaande
een vlinder in de winter.
Tot het ogenblik kruimelt, breekt
en ons opvreet --
en zichzelf verteert tot de wolk
die zo groot was als alles
en zo groot was als niets.
-----------------------------------------
uit: 'Rollende stenen, getijde', 1991.
*) Dit gedicht maakt deel uit van
het vierluik 'Getijde'.
Inzender: MP, 8 september 2017
Geplaatst in de categorie: jaargetijden