AFSLUITDIJK
De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.
Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken
onschuldig op elkanders schouder slapen.
Dan zie ik plots, als waar ´t een droom, in ´t glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken,
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.
--------------------------------------------
uit: Parken en Woestijnen (1940)
Inzender: X.K. (H), 2 augustus 2025
Geplaatst in de categorie: individu
Temeer omdat ik tijdens mijn dienstplicht als matroos in den Helder het exact zo beleefd heb op weg naar huis over de afsluitdijk.
" Een kamer door de nacht". Afgesloten van alles.
Het gras snijdt dwars door de matrozen heen heb ik letterlijk gezien tijdens de busreis.
Een haast magische ervaring in " het wonderlijk gespleten lange heden".
Redactie, verwijder dit niet ik wil mijn emoties uiten oké. Ik vind het te mooi. Gewoon.
Ook een heel origineel thema, vind ik.