MONOLOOG IN DE NACHT
Wij zijn, mijn lief, twee werelden zo ver
uiteen als aarde en morgenster
en zo tot eenheid omgedicht
als twee profielen van een gezicht
En samen zijn we van de kleine
smarten tot in de zeldzame festijnen
van ons beider leven
wat valt er nog te geven?
Jij kent als ik dat panische gevoel
jezelf te zijn en tevens doel
van de geliefde, even verwant
als vreemd, een zee aan strand
Vaak zijn wij één in brandingslust
van een tezaambewoonde kust
ook is er ebbe, een ver wijken,
een machteloos vertwijfeld reiken
Diep is de nacht. Ach waren wij haarzelve
zodat wij konden uitwelven
over elkander heel ons wezen -
waren wij een en alleen en boven deze
eenheid en alleenheid uit ons-beiden
zodat wij zonder te schenden scheiden
konden en zonder pijn alleen zijn –
-------------------------------------
uit: Schetsen en gedichten
Inzender: M.N., 13 december 2020
Geplaatst in de categorie: vriendschap