inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 4.315):

jacht

ik vraag om een huid van vacht
zo ruw en stug als van een rendier
zie me als een hongerige hond
draaf door een woud door het donker
lichtvoetig alsof vogels me dragen
kijk hoe vluchtig mijn spoor in het zand
weggevaagd door de wind
onzichtbaar voor handen
die het stof uit mijn vacht willen vegen
mensenvingers die me uit mijn vel willen schillen, mijn vriendelijk vlees
warme monden die over mijn oorhaartjes blazen, me oorsprong influisteren
een hels geluid maakt het gefluister
roept me terug naar een kamer, een bed
een tafel wit gedekt waaraan verzadigd wordt gepraat
een toekomst uitgestippeld
als gestreken hemden, levenslang
ik verlang niet naar een toekomst
kijk niet uit naar het verleden
zoek het warme hol onder de sterren, de maan, de zon, in de regen
waar ik ben teken ik van krijt een graanveld, een stad in verval
rol me op waar ik ben
mijn vacht heet, tong koud,
hart kalm

--------------------------
uit: Machandel (2013)

Schrijver: Annelie David, 14 december 2020


Geplaatst in de categorie: natuur

3.0 met 6 stemmen aantal keer bekeken 1.217

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)