Plaatsen, passages
Ga nu maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.
Zomer, nu alles in me terugkeert
zie ik het paard weer, liggend
met gestrekte benen, als was zij
dood, met wieltjes, en de grijze, veel
te dikke buik, waaruit een kraai pikt,
dons en haren voor haar nest.
----------------------------------------------------------
Uit: Tirade nr 200.
Inzender: JB, 18 april 2004
Geplaatst in de categorie: jaargetijden