inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 464):

Plaatsen, passages

Ga nu maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.

Zomer, nu alles in me terugkeert
zie ik het paard weer, liggend
met gestrekte benen, als was zij
dood, met wieltjes, en de grijze, veel
te dikke buik, waaruit een kraai pikt,
dons en haren voor haar nest.

----------------------------------------------------------
Uit: Tirade nr 200.

Schrijver: Rutger Kopland
Inzender: JB, 18 april 2004


Geplaatst in de categorie: jaargetijden

2.0 met 58 stemmen aantal keer bekeken 20.527

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)