Twee in Een
alléén als de zon schijnt ben
ik nooit alleen, doch ik ruik
hem niet, ik proef hem niet, ik
voel hem niet, ik hoor hem niet,
maar ik zie hem wel.
alleen als de zon schijnt ben
ik nooit alleen, doch hij loopt
links of rechts, voor of achter
me, altijd in de
tegenkleur zwart.
hij praat niet,
hij schreeuwt niet,
hij eet niet,
hij lacht niet,
hij huilt niet.
hij zwijgt en beweegt als ik
beweeg.
samen zijn we één in de zon,
maar als ik ik ben
wie is hij dan?
Geplaatst in de categorie: mystiek
Ik had drie elementen in de tekst ingebouwd, waaruit zou moeten blijken dat ik over de schaduw sprak.
de zin: 1] hij loopt links of rechts, voor of achter me, altijd in de tegenkleur zwart. de zon is wit en de schaduw is zwart.
2] hij zwijgt en beweegt als ik beweeg. de schaduw beweegt met mij mee en de zon heeft een vast standpunt, beweegt niet als ik beweeg.
3] samen zijn we één in de zon, maar als ik ik ben, wie is hij dan? ik spreek al over de zon en mezelf, dus wie is de ander?
Misschien had ik de eindzin anders moeten formuleren. In plaats van: wie is hij dan, had ik kunnen eindigen met: wie mis ik in dit plot?
Jammer dat de tekst niet begrepen is, want ik heb het in mijn omgeving door drie totaal verschillende mensen laten lezen en die haalden de schaduw er wel uit!
als dichter 'van een nieuwe tijd' naar voren.
Overigens een aanvulling van mijn kant: als de zon
op mijn huid geschenen heeft, ruik ik de geur van
warme zonnestraal!
Ik heb er een printje van gemaakt.