ALS DE WINTER KOMT
Meer dan een halve eeuw bij elkaar
en steeds inniger verbonden
met grijs en kaal geworden haar
in hun zwakte, ziekte en zorgen
zo werden zij hoogbejaard
man en vrouw de handen verstrengeld
‘s winters heel dicht bij de haard
hun dagen eenzaam in deuren vergrendeld
d’ ogen ver weggezonken
brillen en sleutels vaak zoek
toch bleef een geborgen gevoel -
met de hulp van een buur om de hoek
rimpels als diepe groeven
bruine vlekken, tandeloze mond
hard en luid moest je roepen
ook als je vlak voor hen stond
zij zette hem koffie met een suikertje in
moeizaam las hij de koppen van de krant
en vroeg zij: “wat stond daar al binnenin
-’t was al van moorden, diefstal en brand.”
Zag een dag er weer moedeloos uit
Bad zij op haar paternoster voor het kruis
Hoorde zij de dood die ergens schuilde
plots stokte haar stem toen ze stilletjes huilde…
Geplaatst in de categorie: jaargetijden