Ik staar naar het plafond...
Ik staar naar het plafond
Denk terug aan hoe het ooit begon
Aan de herinneringen die ik nog zo goed weet
Wat ik zoal als heel klein meisje deed
Leren fietsen tot ik weer heel hard viel
Mijn vader dan vroeg om toch maar weer een extra wiel
De lieveheersbeestjes en pissebedden
Die ik van de grote spinnen wist te redden
De vlinders die ik in een netje ving
Maar ook weer snel liet gaan
Zodat ze konden vliegen naar de maan
De kleine geitjes in de grote wei
Ze kregen allemaal een naam van mij
Ook weet ik nog die mooie grote kersenbomen
Daar waar ik eigenlijk niet mocht komen
Naar zwemles achterin een lelijke rode eend
Met nog drie kleuters in de kofferbak
Geen gordels, niks, dat was toch vreemd?
De badmeester die dacht vis te vangen in het chloorwater
Maar die stang met haak was daar niet voor,
dat bleek wel later...
Hoe graag ik wilde leren schaatsen op hoge noren
over het dichtgevroren kanaal
Met de ijzers veels te ver naar buiten
Ik gleed nog net niet op mijn kuiten
Maar elke strenge winter probeerde ik het weer
Al protesteerden mijn enkels keer op keer
Jaren later ontdekte ik dat ik het op hockeyschaatsen
toch heel wat beter deed
Mijn enkels spaarde tegen onnodig leed
Fietsen had ik nog lang daarvoor ook goed geleerd
Al had ik nog heel wat keren mijn knieen geblesseerd
Ik kon zelfs fietsen op één wiel
Al was dat wat mijn ouders niet zo goed beviel
Later bleek ook dat de lieveheersbeestjes en de
pissebedden het prima met de spinnen konden vinden
Vlinders het echt nooit zouden redden tot de maan
Ik staar nog steeds naar het plafond
Dat is waar dit gedicht toch mee begon
Geplaatst in de categorie: algemeen