Het lied dat we waren
Een hart verscheurd,
en toch klopt het nog,
een echo in de stilte
waar jouw ritme ooit was.
Je maakte mijn daglicht kwetsbaar,
een zon die langzaam wegzakte,
vervagend aan de randen
terwijl jij uit mijn leven dreef.
Ik rij door, verder en verder,
over een weg die haar naam verloor—
een weg die ooit van ons was,
maar nu slechts leeg aanvoelt.
Ben ik verloren, of laat ik los?
Kan ik het verleden achter me laten
langs het pad bij de rivier
waar onze schaduwen elkaar ontmoetten?
Er brandt nog steeds een belofte langzaam,
op een berg in de verte,
in het laatste licht van de avond—
het lied dat we waren
fluistert nog steeds naar mij.
Thuis voelt niet meer als thuis,
slechts een deur vol stof;
mijn stem kan de woorden niet vinden
van de liefde die ik ooit vertrouwde.
De nachten worden stiller,
maar mijn hart houdt nog de vonk vast
van een belofte die in vlammen opging
op het moment dat we uit elkaar vielen.
En ik blijf rijden,
hoewel de wereld uit toon lijkt—
een kaart zonder betekenis,
een hemel zonder maan.
Ben ik verloren, of laat ik los?
Kan ik leren lopen zonder jou
voorbij de rivier, voorbij de berg,
voorbij de plek waar wij ooit waren?
Die belofte brandt nog steeds langzaam,
in het zachte laatste licht van de zon—
en het lied dat we waren
roept nog steeds mijn naam.
Geplaatst in de categorie: songtekst

Geef je reactie op deze inzending: