Overgave
De zee is onweerstaanbaar,
ik schop mijn schoenen uit;
ontdoe mij van mijn kleren
bij bruisend stormgeluid.
De drang is onbedwingbaar,
naar zee die ik bemin;
geen koude kan mij weren,
ik ren de branding in.
Het treffen onontkoombaar,
ik gooi me in de strijd;
reeds word ik weggezogen,
zodat ik onderglijd.
De golven onverslaanbaar,
mijn lichaam overspoeld;
een waas trekt voor mijn ogen,
dit heb ik nooit gevoeld.
De grond is onbetrouwbaar,
het zand al weggesleept;
de metershoge golven,
onstuimig opgezweept.
De stroming onvermoeibaar,
zij beukt met volle kracht;
ik word door haar bedolven,
zij heeft mij in haar macht.
Haar kracht onovertrefbaar,
of ik dit overleef?
Ben ik niet meer bij zinnen,
dat ik me overgeef?
Mijn lot lijkt onafwendbaar,
er is geen houden aan;
het duizelt mij van binnen:
ik laat mij nu maar gaan.
Geplaatst in de categorie: liefde