30 resultaten.
liefst
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
194 omdat jij zonder bezwaar slaapt,
bestudeer ik alleen de lel van je
rechteroor van je afgewende hoofd
en stil vraag je mij om niet meer
te ademen. zo lig ik het liefst
in de morgen van je zwijgen.…
omloop
netgedicht
3.5 met 2 stemmen
212 gisteren nog kerfde ik je naam
steeds dieper uit mijn lijf. toen
bleef alleen je hart ongeregeld
slaan en in die holte kamers
waarin wij verdwaalden.
in die dagen snakten wij
naar elkaar. ik sloeg je boezems
over. we stroomden elkaar
tegen, waren lek, verstijfd en hard.
vandaag stuwt weer ons bloed
in eenrichtingsverkeer. wij huizen…
Beeltenis
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
354 Moeder is een schilderij. Zij ademt
pastoraal, draagt zonnebloemen
in haar lach. Weinig ligt bij haar
het leven stil. Een dulle griet,
bij tijd en wijl een schreeuw.
En altijd schuilt in haar de piëta.
Zij is de grondkleur en de was.
Tussen de lagen laat ze vlakten open.
Haar kader is haar kroost: de randen
en de bressen. Ze leeft in…
(zonder titel)
netgedicht
4.0 met 1 stemmen
317 vader gaat voorbij. als de nacht
trekt hij het laken naar zich toe.
voor meer heeft hij te weinig voet
aan de grond. met tussenpozen telt hij
beren in de hemel. ze gaan nooit
onder, blijven schijnen. in zijn hoofd
glimlacht een vrouw. zij kent zijn weg
heel goed. de tijd vergeet zijn tellen
op te passen. alles is toch bereid.…
wolkenzwemster
netgedicht
3.5 met 2 stemmen
224 wat zij onder ogen denkt, blijft nog
ongezien. ze snijdt uit littekens
het ijs in rechte banen. met stukken
bouwt ze wat bewegen kan. ergens
ademen kieren in haar plaats. ze scheiden
ruimte tot het nooit veilig wordt. in het wak
zoekt ze kleuren, danst ze zonder as.
zo blijft zij zeker : onder de bovenlaag
zwemt ze naar de wolken.…
Kern
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
278 Spreek maar niet te vlug. Ik verdwijn
zo snel. Zonder veld ben ik voortvluchtig,
sta bloot aan warmtestralen. Je neemt me
of je laat me
vloeien. Ik smelt in het westen, stol
in het oosten. Tussendoor beweegt altijd
het licht.
Ontkleed mij als de koude roept.
Ik luister traag.…
stil
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
259 leer mij naar je kijken
hoe je geurt in je haren.
geef mij je ogen en kleur
ons samen in vers laken.
laat je van mij proeven
tot wij elke dag nooit
genoeg. daarna stil
in onszelf verdwijnen.…
Winter.
netgedicht
5.0 met 1 stemmen
257 Nog eenmaal rekken we de laatste stralen
uit de herfst. Berijmd schrijven we verzen
in melkletters en wijzen reikhalzend.
Laat het nog eens winter zijn met barsten
van verlangen. Languit rillen en knoppen
dragen waaruit wilde bomen groeien.
We scheuren loten van het jaar en planten
in verse grond. Straks lopen we uit.…
Veld.
netgedicht
3.0 met 2 stemmen
257 Je trekt ons aan en zuigt ons vast. Je kleeft zwaar
aan onze botten. Loopgraven doorkruisen je
als waterlopen. Niemand schouwt ze, niemand ruimt.
Hier wonen we vier jaar te lang met tegenzin.
We malen niet meer. Wat we moeizaam wonnen,
ploegen we nu tot braakland om. Je schuurt en schurft
ons lijf. We kunnen niet wennen. We willen niet…
Ontmoeting.
netgedicht
3.5 met 2 stemmen
276 Op het containerpark sjouwt hij een krat
vol dia’s : Canadese graansilo’s, kinderen
met chocomonden en schrijverskoppen.
Ik ken hem van lang geleden. Beleefd knikt hij
in tweeën. Of we de brokken zullen lijmen,
beelden retoucheren. Maar een omkeerfilm
is enkel positief en altijd transparant. Dag
blijft dag en kleuren houden de warmte
van…
Blad.
netgedicht
3.8 met 5 stemmen
395 In slagorden buigen ze groot als treurbeelden.
Hun voeten zijn geworteld : nimmer verlaten ze
deze vruchtbare grond. Hier groeit in ontzag stilte.
We komen er foto’s nemen in tegenlicht en betreden
hun zoden niet. Hoogstens zullen klaroenen ’s morgens
de dag afsluiten. Onze bloemen zijn dan al levenloos.
Hun herinneringen zijn gevallen bladeren…
Engelenstoet.
netgedicht
3.0 met 3 stemmen
481 Het kind gaat dood. We maken witte kisten
met engelen die zwijgen. Ze happen lucht
die grauwt : voor de toekomst kan dat tellen.
Waarom huilt het in de druilavond, waarom
op de keien ? De regen glanst. In scholen
volgen we intens hoe het moet : luisteren,
praten, vragen. We kruisen onze handen
en volgen de stoet van goed fatsoen. Zwijgen…
De klaroenen.
netgedicht
4.0 met 3 stemmen
356 De klaroenen schallen als we de hemel binnengaan
tussen het knallen van geweren en het vage huilen
van het volk. Wij, wij zijn de doden die tot vandaag
leven. Wij zijn versteend, onze namen gebeiteld.
Denk dan dat het liefde was voor het vaderland,
dat we een handvol aarde in de handen namen,
met de lippen proefden. Dat we omhoog keken
vooraleer…
Wandeling.
netgedicht
3.0 met 1 stemmen
414 Honderdachtenzeventig straattegels zijn er
tussen de voordeur en het kruispunt.
Dicht opeen, met smalle voegen
vol stof en verse onkruiden.
Negenentachtig stappen zijn er
om op terug te komen. Het rechterbeen
voor het linker plaatsen. Een halve cirkel
draaien op de bal van je voeten.
De deur blijft op een kier.
Dat het koud wordt, is…
Schrijn.
netgedicht
3.4 met 5 stemmen
363 ’s Morgens vlecht hij de haren voor ze wakker wordt
in rode kroonblaadjes. Hij kan haar beter niet plukken.
Ze verliest haar bloei zo vlug. Wat nog maar pas ontplooit,
verwelkt al na de middag. Ze blijft gebrekkig overleven.
Waar haar zaad de aarde roert, zal het tijdloos rusten.
Ooit komt ze explosief terug op andere grond. ’s Avonds
balsemt…
Duizend jaar.
netgedicht
3.7 met 3 stemmen
273 Zolang zal hij wachten op de zeedijk en met de vloed
niet meespoelen. De enterhaken liggen klaar in koud beton.
In neon spuiten fonteinen een kunstmatig leven. Kijk,
ze spelen. Een vuurtoren waarschuwt voor het vasteland.
Hij telt de stralen, schikt ze naast elkaar en bouwt een aureool
voor de hemel. Wit licht waarop hij wil schrijven,…
Bouwer.
netgedicht
3.3 met 3 stemmen
327 Hij bouwt een huis van afdekzeilen op een staketsel
van wilgentakken. Sjort met zekere hand zijn droom
in platte knopen vast. Hij wordt metselaar en legt
zijn onschuld in het fundament. Later zal hij treuren
maar vandaag bouwt hij het groot voor veel
straatmuzikanten en pleintjesspelers, voor dromers
zonder dak. Van de stammen schraapt hij de…
Brief.
netgedicht
2.8 met 4 stemmen
444 Op de tafel ligt een brief met woorden
in potlood, half opgegeten. Hij was bijna
schoongemaakt : de laatste kruimels op
een hoopje geveegd. In het watermerk
het punt gegrift van grafiet en schilfers
klei. Ze arceerden samen houtskooletsen,
veegden met de bal van hun hand zachter
vlekken. De lijnen in almaar dichter parallel
nu bruusk…
Hobo.
netgedicht
2.0 met 2 stemmen
204 Stil is mooi als op het strand,
als op het snijpunt van je kijklijn
met die van de meeuw die uit niets
valt. Als je luistert hoe het oude zingt
en sterft tussen eb en vloed, in golven
uitdeint, in afdruk in het natte zand,
als een hobo in de kristallijne lucht,
een gouden stemvork. Stil is mooi
als je fluistert, in lange halen, in wind…
Avondrit.
netgedicht
4.0 met 3 stemmen
292 Je koopt me één keer frieten in een puntzak aan het raam
van De Landsman. We komen uit de kerk en hebben beloofd
niet te zondigen. Maar God, wat smaken ze lekker. We likken
vette vingers, zuigen onze monden vol koude avondlucht.
Het is november. Traag fietsen we naar huis en horen slechts
de natte weg, het klappen van late duiven, een verre…
Zomer.
netgedicht
4.0 met 4 stemmen
275 In oktober zal het sneeuwen, zegt mijn collega.
Ze draagt een zonnebril met bolle glazen en ziet
de wereld voller. Tussen het oogsten van de tarwe
en het rooien van de bieten zal het land zich wit tooien.
De herfst zal kort duren, kaal worden vòòr haar tijd,
vroege winterbruid.
Het zal niet koud zijn onder het stro, het rottend loof.
We zullen…
Vaders.
netgedicht
2.5 met 2 stemmen
360 Wij, vaders, ballen onze vuisten
in onze zakken en smoren daar
woorden, onze zorg. We knellen
onze vingers vast ineen
om niet te helpen,
om te lossen.
Wij wachten.…
Hoop
netgedicht
4.3 met 3 stemmen
250 Er is een bank, een lege boom, en ver de zee,
de kleine zee waarin we samen sterk en jong
de baren stuwden, schuimend wolken joegen
op wilde rossen, onze manen tot de hemel.
Jij met felle baard, met ruwe herdersstaf
en gulle schaterlach, bazuin, heraut van leven,
eeuwig, gulzig leven. We lepelden de pap
als uitgehongerd, boerden luid en sliepen…
Klaproos.
netgedicht
3.7 met 6 stemmen
750 Er bloeit een klaproos tussen de keien
van de oprit. Dit is een dag om te wachten
op wat niet komt : regen van november,
het graf dat openrolt, een oude moeder
die niet voorbijgaat. Wij kijken omhoog,
zien tekeningen in wolken verdwijnen.
Dit is levensecht. We dreigen te geloven
maar er is wat altijd blijft. Onder de grond
kiemt het…
Luik.
netgedicht
4.3 met 7 stemmen
312 Dit overmaatse huis draagt een stoppelbaard. Het leeft onwrikbaar
tussen het openlopen van de morgen en het slapen van de avond.
Bij het eerste licht klinkt een echo, kraakt de derde trede even
als voorheen. De leegte geurt vol koffie. Stof in verre hoeken
draagt de kleur van eer en leed. Het knarst in zijn gewrichten,
ademt enkel op het trage…
Het is als volleyballen:
netgedicht
2.7 met 3 stemmen
262 duizend keer tegen de muur
toetsen. De juiste spreidstand
vinden, zonder je te scheuren,
en niemand kan zo heel precies
je vingers plooien. Dat moet je zelf,
tot je eindelijk dat ene punt,
net over de band, die unieke ace
van woorden slaat. Misschien
met sprong, misschien fluweel.…
Moederwezen.
netgedicht
3.8 met 6 stemmen
399 Wij zijn zonen en dragen dezelfde moeder. We houden
onze hoofden koppig, kijken star en hullen ons in wierook.
In onze handen klemmen we de draagbaar. Zo hard hielden we
nooit , was iets ons meer. Geslagen verdragen we de leegte.
Wij zijn geboren om mannen te zijn. Onze naam met zachte hand
gegrift, met trots. We rechten onze ruggen : wij…
Sonnet voor de vechters.
netgedicht
3.6 met 5 stemmen
274 We kijken schrijlings van de nokken neer
over het kale land dat geeft en nu brutaal
ontmand in naaktheid weent. Het brandt
in onze hoofden; het raast stormachtig
langer dan die vijf minuten, dagen langer.
Vandaag hebben ze ons liggen, tussen scherven,
zien ons verbijten door de kogelgaten
in rolluiken, de builen in onze harten.
Maar plooien…
Muur.
netgedicht
4.0 met 8 stemmen
370 Dit zijn muurdagen. Ze lopen blind zichzelf te zoeken :
een lege winkeltas, drie manden was en lange vingerhalen
in het stof op de T.V.-kast. Er is niets ouds te zien, het proeft
alleen maar zo. Het beeld is herfst. Als hij deuren opent,
schatert hoop in een gladde boom. In trage ademstoten
marcheert de stoet voorbij : kind met sjaal, een…
Verjaardag.
netgedicht
3.9 met 9 stemmen
797 We zijn op tijd. Ik denk dat ik je nog zie
ademen. Maar je geeft geen krimp
tussen de stijve lakens. Het is zondagmorgen.
We drinken cola uit een blikje, doden traag
de stilte van de kamer. Buiten luiden
klokken de prelude. De slagen sterven.
We tellen af en tikken op het toestel
dat gebroken zwijgt. Zo ga je ongenaakbaar
weg en komt…