Bezoek
Niemand kwam er.
Hij werd steeds eenzamer
En alsmaar bekwamer
In het bewonen van zijn kamer.
De ramen groeiden dicht
Van vet en stof, geen zicht
Had hij nog op enig licht
Of schemering, een lichtgewicht
Werd hij, vel over been.
Een kapstok, zo ging hij heen.
Alleen en alleen en alleen.
Allang toen hij was heen -
Gegaan, ging plotseling de bel.
De buren riepen: Zie je wel,
Hij doet het toch, de bel!
En nu is hij niet thuis. Of wel?
----------------------------------
uit: Maatstaf, december 1979
Inzender: mk, 12 oktober 2021
Geplaatst in de categorie: eenzaamheid