Brasserie
Niet ver verwijderd van het plein
Bevindt zich in de binnenstad
Het grensgebied van goed en kwaad
Ik aarzel om het te betreden
Toch zou voorbijgaan zinloos zijn
Zelfs in de drukke winkelstraat
En ook al voor op het terras
Was voelbaar dat ik werd verwacht.
Slechts even valt de stilte in
Terwijl de deur achter mij sluit;
Het kan verbeelding zijn geweest
Dat alle blikken even kruisten
Het ijle, vale ochtendlicht
Valt, kringen makend in mijn glas,
Door hoge ramen op mijn handen
Waardoor ze wit en willoos zijn.
Heel langzaam, hoewel voorbereid,
Voel ik mijn afscheid nader komen
Met onontkoombaar zachte dwang
Wordt mij de achterdeur gewezen.
Omdat geen terugweg meer bestaat
Loop ik de aangegeven weg
Die leidt naar de herinnering
Van wat ik straks nog was.
-------------------------------------------
Uitgebracht t.g.v. Bloomsday
in Groningen d.d. 16 juni jl.
Inzender: hdg, 18 juni 2007
Geplaatst in de categorie: individu