In de voorwereldlijke schemering
In de voorwereldlijke schemering
waar nacht en dag elkaar vluchtig omhelzen
slapen zij naakt en schuldeloos
verstrengeld als op goddelijk bevel.
Voor hen geen boom der kennis,
geen appel en geen slang maar wel
het tikken van een kleine
feilloos afgestelde tijdbom:
straks laten ze elkander los,
zoeken hun voeten de begane grond,
het eigen gareel weer op.
-------------------------------------------
uit: 'Verzamelde gedichten', 1996.
Inzender: js, 10 september 2024
Geplaatst in de categorie: liefde