inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 1.361):

Tafelen

Stil boven haar bord prakt ze
zijn woorden, schraapt zinnen bij elkaar
die ongezouten uithalen, en weer,
weer nergens voor deugen,
tot een klonterige pap.

Boven op een smakeloze brij
schept hij een jus van vette gebaren,
opstaan, armenzwaaien, vuisten,
bestek rechtop in de knuist.
Zij hoofd een hogedrukpan.

Bellen hete adem borrelen
dicht langs haar vork.
Messcherp ziet ze de ravage,
klaprozen, rode vlekken.
Ze slikt. Er is niets na.

------------------------------
uit: 'Naastenparade', 2002.

Schrijver: Francie van den Hurk
Inzender: rdw, 16 augustus 2008


Geplaatst in de categorie: partner

3.5 met 12 stemmen aantal keer bekeken 6.898

Er zijn nog geen reacties op deze inzending.


Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)