Wandeling
Om het Onland, heide met jeneverbesstruik.
Ik kroop onder de struik en vond een kind, een baby nog,
met wit gezicht. De armpjes opgericht alsof ze iets of iemand
wegduwden, afweerden, weerhielden. De handen daarop horizontaal, voetstukken op pilaren.
De blik van het kind zei dat het gevaar voorlopig niet was geweken.
Kon ik het oppakken? Kon ik het in mijn armen nemen en
voorovergebogen de geur van het hoofd, de lichte haarinplan-
ting waarnemen? Het kind bezag me met minachting. Ik
inspecteerde het lichaam op kneuzingen, wondjes, schrammen.
Het kind keek mee. Het kind keek waar ik keek.
Verder op de weg staken we een rivier over.
-----------------------------
uit: 'Tramontane' 1996.
Inzender: mtb, 8 augustus 2019
Geplaatst in de categorie: kinderen