inloggen

Gedichten

gedicht (nr. 4.079):

Afspraak

Ik zou willen dat je niet wacht als mijn moment daar is.
Je mag me nog even onderstoppen, maar ook niets meer dan dat.
En als je tijdens dat mij onderstoppen ook nog heel lief lacht
zal ik jouw geveinsd geluk jou voor die keer toch wel vergeven.
Maar daarna moet je gaan, en de deur dichtdoen.

Ga niet naast bed de wisselvallige intervallen
van mijn al rotte adem tellen. Houd mijn hand niet vast
die als een want zal worden neergelegd en waarin eens
mijn hand gezeten en naar die van jou gegrepen had.
Luister niet hoe het in mijn bast beestachtig bonkt en reutelt,
hoe de kanker daar snel nog even aan mijn botten sleutelt
en kijk niet in mijn ogen die gebroken in hun kassen
zich aanpassen aan het aardedonker
van wat geen nacht zal zijn.

Laat mij achter in die kamer, alleen.
Want wij twee mogen enkel van het leven zijn.

Wees zo goed deze banaliteit te negeren, en ga
naar beneden, de tuin in,
hang er je jurken aan de wasdraad en ik zal kijken
door het raam hoe zij mij salueren in de wind.
Bak bijvoorbeeld ajuinen, en laat ze enorm bruinen
in de boter, zodat ik ze ruiken kan tot boven
en denken: mijn god, wat kookt zij goed!

Maar als ik de macht nog in mijn benen heb,
en daar hoop ik op,
zal ik me vastklampen aan de trapleuning
die ik eigenlijk nog eens vernissen moest,
en zeggen: ik ben al naar boven, schat,
tot straks.

Schrijver: Dimitri Verhulst
Inzender: wjo, 11 maart 2020


Geplaatst in de categorie: overlijden

2.0 met 275 stemmen aantal keer bekeken 48.522

Er is 1 reactie op deze inzending:

Naam:
Plaizier
Datum:
28 januari 2021
Email:
cecilia.plaizierskynet.be
Prachtig gedicht hoorde dit vanmorgen op Klara tijdens mijn ontbijt Herlas het nog een paar keer

Geef je reactie op deze inzending:

( vink aan als je niet wilt dat je e-mailadres voor anderen in beeld verschijnt)